Dit is de eerste blog in een serie van vier rond de perikelen van de (dreigende) kerkscheuring in de Noorderkerk te Spakenburg.
Eind december. Een tijd van terugkijken, want het jaar is weer bijna voorbij. Te veel om op te noemen waar ik God dankbaar voor ben. Mijn lieve gezin, fijne familie, goede vrienden. Een fijne kerkelijke gemeente. Recent een hele gave actie van de Stichting Vrienden voor Afrika. Een Glazen Huis op het spuiplein, waar ik aan mee mocht werken. Waar ik na vele jaren weer eens live radio kon maken. Wat was dat gaaf om te doen. En wat een prachtige opbrengst van bijna 50.000 euro.
Toch is niet alles rozengeur en maneschijn. Het leven zit vol barsten. Dankbaar dat ik ben dat we in familie en gezin geen moeilijke dingen hebben meegemaakt, raakt het je toch als je ziet hoeveel ziekte, dood en ellende er om je heen is. En gevolgen van kapotte relaties, die kennen we zelf ook. Je wilt dat liever geheeld zien, maar hoe dan? Zo aan het eind van het jaar denk je dan wel eens, zal ik er volgend jaar nog zijn? Ik weet niet hoelang mijn aardse tijdlijn doorloopt. En hoe zit dat met m’n dierbaren? Als ik voor m’n dierbaren en mezelf bid, gebruik ik vaak ‘het gebed van Jabes’. Hierin vraagt Jabes aan God of Hij hem rijkelijk wil zegenen en wil behoeden voor het kwaad. Niet als een formulegebed, maar als overgave aan God.
Jabes bad tot de God van Israël: 'Zegen mij: maak mijn grondgebied groot en bescherm me tegen het kwaad, zodat ik geen pijn hoef te lijden.' God gaf hem wat hij gevraagd had. (1 Kronieken 4:10)
Het feit dat dit gebed in de Bijbel staat, te midden van een geslachtregister, vind ik opmerkelijk en fascinerend tegelijk. Blijkbaar vond God het nodig om dit gebed in de Bijbel op te nemen. En dat grondgebied dan? Bid ik dan om een groter huis, of meer rijkdom? Ik laat dat ‘grondgebied’ maar gewoon aan God over. Ik laat Hem dat maar voor me invullen.