Waarom ik hoop op het herstel van allen

Waarom ik hoop op het herstel van allen

Dit artikel schreef ik als reactie op twee stukken die eerder verschenen in onze lokale krant De Bunschoter. Onderstaande bijdrage staat in de editie van vrijdag 26 september. Heb je die eerdere artikelen niet gelezen? Geen probleem: in deze opiniebijdrage verwijs ik naar de belangrijkste punten en citeer ik wat relevant is.

Naar aanleiding van de verschenen artikelen in De Bunschoter over de hel wil ik graag een bijdrage leveren. Ik heb het boek Het einde van de hel van Reinier Sonneveld gelezen. Afgelopen voorjaar en zomer schreef ik er twee blogs over op mijn website www.larrykoelewijn.nl. Graag reageer ik op de artikelen in de krant.

"Als je het één beperkt, wat zeg je dan over het ander?"

De recente stukken in deze krant brachten verschillende accenten naar voren. Ds. E.J. de Groot (geïnterviewd door Cvandaag.nl) gaf aan dat hij in het debat soms het verzoenende werk van Christus mist: “Het is honderd procent genade, honderd procent Christus. Niet een beetje Jezus en een beetje jij.” Ook wees hij op Mattheüs 25:46: “eeuwige straf” staat daar naast “eeuwig leven”. Als je het één beperkt, wat zeg je dan over het ander? 

Andere (lokale) predikanten benadrukten in De Bunschoter van 12 september dat de Bijbel minder eenduidig over “de hel” spreekt dan vaak gedacht wordt, dat beeldtaal en klassieke schilderkunst onze verbeelding kleuren, en dat er in de Schrift ook teksten zijn die loutering en herstel suggereren (bijv. 1 Kor. 3:13–15). Anderen benadrukten weer de ernst: zonder Christus is er geen leven, maar verlorenheid; we moeten niet met eigen maat de Schrift corrigeren. Weer een ander wees pastoraal: we weten weinig, leef het Koninkrijk waardig en stel je vertrouwen op God “Die niet wil dat één van ons verloren gaat”. Dat palet aan stemmen tekent precies de spanning waarin veel gelovigen vandaag staan.

Mijn inzet

Ik sta van harte achter de leer die wij in onze kerken (NGK) belijden over zonde, oordeel, genade en verlossing. Binnen die belijdenis is er, naar mijn overtuiging, eerlijke Bijbelse ruimte voor wat vaak “hopend universalisme” wordt genoemd: geen stellige claim dat uiteindelijk iedereen gered zal worden, maar een nederige, biddende hoop op het herstel van allen, omdat ook deze lijnen in de Schrift naar voren komen.

Waarom die hoop? Bijbelse lijnen

Gods karakter is de basis, niet onze wens. De belijdenis van Gods naam staat in Exodus 34: barmhartig en genadig, trouw, die schuld, misdaad en zonde vergeeft. Maar ook: Hij laat de schuldige niet onschuldig. De Bijbel verbergt de spanning niet: oordeel is reëel, maar zijn goedertierenheid is “voor eeuwig” (Ps. 103, 145). De profeten herhalen het refrein: “niet voor altijd zal Ik toornen” (Jes. 57:16). Oordeel is geen wraakzucht, maar chirurgie: gericht op rechtzetten wat krom is.

De lijn is herkenbaar: oordeel → loutering → herstel.


De profetische horizon is verbazend universeel. Jesaja 25 schildert een feestmaal voor alle volken, tranen worden afgewist. Jesaja 45:23: “voor Mij zal elke knie zich buigen”. Zefanja 3:9 spreekt over reine lippen voor de volken, opdat zij de Naam aanroepen. Ezechiël 16 gaat zó ver dat zelfs Sodom nog toekomstwoorden van herstel meekrijgt, ná snoeiharde oordeelswoorden. De lijn is herkenbaar: oordeel → loutering → herstel.
Christus concentreert die hoop. Het Nieuwe Testament versmalt die horizon niet; het vergroot haar in Christus: “God heeft in Christus de wereld met zich verzoend: Hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend.” (2 Kor. 5:19). “Zoals allen sterven in Adam, zo zullen allen ook tot leven komen in Christus... opdat God alles in allen zal zijn.” (1 Kor. 15:22–28). “…en door Hem en voor Hem alles met zich willen verzoenen, alles op aarde en alles in de hemel, door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis” (Kol. 1:20). En Jezus zelf: “Als Ik verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken.” Aan het kruis bidt Jezus zelfs voor zijn vijanden: ‘Vader, vergeef het hun’. Dat is het karakter van Gods oordeel in de woorden van Jezus. Dit alles ontkracht de Schriftwoorden over gericht niet, het verdiept ze: het doel van Gods gericht is vrede. Paulus schrijft in 1 Timotheüs 4:10: “Hiervoor zwoegen en strijden wij, omdat wij onze hoop gevestigd hebben op de levende God, die de redder is van alle mensen, bovenal van de gelovigen”.

Het ‘voor altijd’ (eeuwig), stopt daar dus. 


‘Eeuwig’ in de Bijbel is veel meer dan alleen ‘eindeloos’. Mattheüs 25:46 weegt zwaar. Tegelijk is eerlijk om te zeggen: de Bijbel gebruikt “eeuwig” soms ook voor ‘wat bij de komende wereld hoort’. Je zou dat ook kunnen lezen als “iets wat plaatsvindt buiten ons tijdsbesef”. In Exodus 21:6 staat een dienstbaarheid “voor altijd”, terwijl de Thora tegelijk een jubeljaar kent waarin slaven vrijkomen. Het ‘voor altijd’ (eeuwig), stopt daar dus. Mijn punt is niet om het oordeel te minimaliseren, maar om ruimte te laten voor de hoop dat Gods gericht toewerkt naar vrede.
Verzoening is 100% genade, loutering óók. De zorg die ds. De Groot verwoordde, herken ik: als je over loutering spreekt, schuift er dan niet “een beetje jij” bij? Voor mij niet. Als God loutert, dan is dat niet “verdienen”, maar de toepassing van genade: de Vader die zijn kinderen opvoedt (Hebr. 12), de Rechter die het onrecht wegneemt zodat vrede kan blijven (Jes. 32:17). Paulus’ beeld is treffend: iemands werk kan verbranden, maar “hijzelf zal gered worden, als door vuur heen” (1 Kor. 3:15). Niet minder Christus, maar meer: zijn kruis werkt dieper door dan onze verbeelding.

Geen nieuwigheid, wel bescheidenheid

Ik ben niet de enige die zo leest. De vroege kerk kende stemmen (Gregorius van Nyssa, Isaak de Syriër) die precies deze hoop verwoordden: hard over zonde en oordeel, en tóch biddend om herstel. En dichter bij huis schrijft theoloog Stefan Paas (o.a. hoogleraar missiologie aan de Theologische Universiteit Kampen) in zijn boek De weg van vrede: “Gods vredestichtende liefde kan oordelen en zal oordelen, maar zij kan niet oordelen zonder ophouden. Wat vaak ‘laatste oordeel’ wordt genoemd, kan in mijn ogen daarom alleen een vóórlaatste oordeel zijn. Dat wil zeggen: niet ‘oordeel’ is het eindpunt van de geschiedenis, maar vrede. Dan zal God ‘alles in allen’ zijn.”

...niet als een systeem van uitsluiting.

Dat past naar mijn idee ook bij hoe het Oude Testament ‘verkiezing’ verstaat: vooral als roeping tot zegen, niet als een systeem van uitsluiting. In Paulus’ woorden: “God heeft ieder mens uitgeleverd aan de ongehoorzaamheid, opdat Hij voor ieder mens barmhartig kan zijn” (Rom. 11:32).

Dat is geen goedkoop universalisme. Het is hopende theologie: niet vastgespijkerd als dogma, maar gedragen door gebed, missionair vuur en pastorale ernst.

Reagerend op onze eigen discussie

Laat ik eerlijk zijn over drie zorgpunten die in De Bunschoter langskwamen en waarom ik juist daarbinnen deze hoop vasthoud:
“Wie ben jij om God de maat te nemen?” 
Mee eens. Ik begin niet bij mijn gevoel, maar bij Jezus Christus, het Beeld van de onzichtbare God. Hij is streng én teder, Hij spreekt over oordeel en hij draagt het oordeel. Hij bidt voor zijn vijanden en gebiedt ons hetzelfde te doen. Van Hem uit kijk ik de Schrift door. Dat is geen projectie, maar een christelijke manier waarop we de Bijbel lezen.

...ik stel wel de finale zeggenschap van de hel ter discussie. 


“Zonder Christus is er geen leven.” 
Mee eens. Mijn hoop op herstel ontkent dat niet, ze intensiveert het. Als zovelen uiteindelijk buigen (Filip. 2), dan is dat niet buiten Christus om, maar in Hem. “Alles in allen” gáát over Christus’ heerschappij. Dat ik hoop op de breedte van zijn overwinning, doet niets af aan de noodzaak om nu het Evangelie te geloven en te gehoorzamen.
“Praat de hel niet weg.” 
Doe ik beslist niet. Ik ontken de hel niet; ik stel wel de finale zeggenschap van de hel ter discussie. Gods gericht is echt en ernstig, maar in de Bijbel nooit een doel op zichzelf. Het dient Gods vrede. In die lijn zei een predikant in deze krant: misschien is God in Christus genadiger dan wij denken. Dat “misschien” is precies de ruimte waarin ik bid en hoop.

Wat blijft er dan over?

Pastoraal: bekering uit liefde is vruchtbaarder dan bekering uit angst. Missionair: een grote verwachting van Gods vrede maakt ons vrijmoediger. Kerkelijk: we hoeven onze belijdenis niet los te laten om deze hoop te koesteren. En wie zich nog verre voelt van het Christelijk geloof: het goede nieuws is dat Jezus je uit genade uitnodigt, niet selecteert. Je mag komen zoals je bent. Maar God laat je niet zoals je was.

“Heer, laat uw oordeel recht doen..."

Ik zou dit willen bidden: “Heer, laat uw oordeel recht doen (wat is dat nodig!) en uw barmhartigheid het laatste woord hebben”. Als je mij dan een “hopend universalist” noemt, dan draag ik die naam graag. Niet om gelijk te krijgen, maar om trouw te blijven aan de breedte van Gods Woord en de diepte van Christus’ kruis. Door Christus opstanding uit de dood zijn ook wij méér dan overwinnaars!

powered by social2s