Hemelse gerechtigheid?

Hemelse gerechtigheid?

“Als iemands werk verbrandt, zal hij de gevolgen dragen; hijzelf zal echter worden gered, maar door het vuur heen.” 1 Korinthiërs 3:15 (NBV21)

Theoloog Reinier Sonneveld stelt in zijn boek Het einde van de Hel dat de hel niet eeuwig hoeft te zijn en dat ook de vroege kerk openstond voor de gedachte dat uiteindelijk iedereen gered kan worden. Reinier Sonneveld is inmiddels overtuigd universalist (iemand die gelooft dat uiteindelijk iedereen wordt gered) en daarin redelijk stellig, blijkt uit zijn boek. En dat roept reacties op, zowel instemming als felle kritiek. Toch vind ik het moedig dat hij dit thema bespreekt. Want is dat niet wat geloof ook mag zijn? Een zoektocht, een worsteling met grote vragen, zonder angst om direct als dwaalleraar te worden weggezet? Want ook die worsteling komt in het boek op een oprechte manier naar voren.

"Laten we deze vragen niet wegwuiven als dwaalleer, maar serieus nemen."

Ik merk dat er in christelijke kringen snel een verdedigingsmechanisme opkomt als onderwerpen als de hel en de eeuwige straf worden besproken. Er lijkt een angst te bestaan om zelfs maar te overwegen dat Gods genade groter zou kunnen zijn dan wij vanuit de traditie geleerd hebben. Maar vragen stellen over Gods oordeel en genade is toch geen ketterij? Het zijn vragen die door de eeuwen heen altijd al hebben gespeeld. In de Bijbel zelf worstelen profeten en apostelen met Gods gerechtigheid en barmhartigheid. Denk aan Abraham, die met God pleitte voor Sodom en Gomorra (Genesis 18), of Mozes, die tussenbeide kwam voor het volk Israël nadat zij een gouden kalf hadden gemaakt (Exodus 32). Ook Paulus worstelde met de vraag waarom niet alle Joden Jezus erkenden als de Messias. Te lezen in Romeinen 9 tot 11. Als je deze hoofdstukken een paar keer opnieuw leest voel je zijn diepe vragen. Hij beschrijft het als een mysterie, maar zegt daarbij toch onomwonden dat het doel van God redding van het hele volk Israël is (Romeinen 11:25-36). Laten we vragen rond het eeuwig oordeel daarom niet wegwuiven als dwaalleer, maar serieus nemen. Het gesprek erover aangaan met wederzijds respect. Luisteren naar elkaar, luisteren naar Gods stem in Zijn Woord.

De klassieke leer van een eeuwige, eindeloze hel roept bij velen vragen op. Voor Reinier Sonneveld – en dat voel ik mee – is het moeilijk te rijmen met Gods karakter. De Bijbel laat immers op veel plekken zien dat Gods straf niet alleen vergeldend is, maar ook een doel dient: gerechtigheid, zeker, maar ook herstel.

"Zou Gods oordeel in het hiernamaals dan eindeloos zijn?"

Denk aan Israël, dat in ballingschap werd gestuurd en later werd teruggebracht. Of aan Jona, die Ninevé moest waarschuwen, waarna de stad zich bekeerde en gespaard werd. De vraag die Reinier Sonneveld stelt is: zou Gods oordeel en straf in het hiernamaals dan nooit meer stoppen?

Een belangrijk punt in het boek is de traditionele vertaling van ‘eeuwig’ in de Bijbel. Veel christenen nemen als vanzelfsprekend aan dat ‘eeuwig' altijd ‘oneindig’ betekent, maar de grondtekst laat zien dat dit niet altijd zo is. Het Hebreeuwse ‘olam’ wordt vaak met ‘eeuwig’ vertaald, maar betekent in veel gevallen ‘voor een lange, onbepaalde tijd’.

Ik kan ook wel een paar passages aanwijzen. In Leviticus 16:34 (HSV) staat bijvoorbeeld: “Dit moet voor u tot een eeuwige verordening zijn, om voor de Israëlieten eenmaal per jaar verzoening te doen vanwege al hun zonden.” Deze verordening leek voor altijd te gelden, maar in het Nieuwe Testament lezen we dat Jezus Christus door Zijn offer een einde maakte aan de noodzaak van deze jaarlijkse verzoening. Hebreeën 9:12 (HSV) zegt: “Hij is niet door het bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.” Wat ooit een terugkerend ritueel was, vond zijn vervulling in Christus’ volmaakte offer.

Ook andere voorbeelden laten zien dat ‘eeuwig’ in de Bijbel niet altijd letterlijk oneindig betekent. In Exodus 21:6 staat dat een slaaf zijn meester ‘voor altijd’ (‘olam’) zal dienen, terwijl dat slechts tot het jubeljaar gold. In Jona 2:6 (HSV) beschrijft Jona dat hij ‘voor eeuwig’ (‘olam’) in de buik van de vis zat, terwijl dit maar drie dagen duurde. Hieruit vloeit uiteraard niet voort dat het hiernamaals dan eindig is. Die conclusie zou  veel te kort door de bocht zijn. Maar het laat wel zien dat we zorgvuldig moeten kijken naar hoe we het begrip ‘eeuwig’ toepassen op straf en oordeel.

Dan de hel. Als Jezus over ‘de hel’ sprak, gebruikte hij het woord Gehenna, in sommige vertalingen is dit onterecht als hel vertaald. Jezus verwijst hier naar het Dal van Hinnom, een plek buiten Jeruzalem waar afval en soms lichamen werden verbrand. In de Joodse traditie kende men de verwijzing naar de Gehenna echter niet als plaats van eindeloze kwelling, maar als een parallel van een tijdelijke straf. Men geloofde dat een ziel maximaal een jaar in de ‘Gehenna’ verbleef om gereinigd te worden, waarna zij óf tot God terugkeerde, óf werd vernietigd. Dit beeld staat haaks op de christelijke interpretatie van een nooit eindigende hel zoals die later gangbaar werd. Hoe zouden de toehoorders van deze boodschap van Jezus dit destijds hebben geïnterpreteerd?

"Als Jezus zo barmhartig is, hoe kunnen wij dan zo stellig zijn over de grenzen van Gods genade?"

Aan het kruis hing naast Jezus een misdadiger. Hij erkende zijn eigen schuld en vroeg Jezus om aan hem te denken in Zijn koninkrijk. Jezus antwoordde hem: 'Vandaag zul je met Mij in het paradijs zijn.' Een man met een verleden, zonder enige verdienste, ontving op het laatste moment genade. Als Jezus zo barmhartig is en we geloven dat God rechtvaardig is, hoe kunnen we er dan zeker van zijn dat de juiste keuze maken vóór de dood de enige voorwaarde is om te ontkomen aan een eindeloze straf?

Sommige radicale christenen schermen met termen als you burn in hell! richting mensen die zij als vijanden zien. Dit is gelukkig niet representatief voor alle christenen en staat haaks op de manier waarop Jezus omging met zondaars en zoekers.  Zijn woorden aan het kruis waren: ‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen’ (Lukas 23:34). Dit is een krachtig voorbeeld van Jezus’ grenzeloze genade. Zelfs op het moment van zijn diepste lijden bad Hij voor degenen die hem kruisigden. Als Jezus zo’n radicale vergevingsgezindheid toont, hoe weten wij dan zo zeker dat Gods genade stopt bij de grenzen die wij denken te kennen? Zijn liefde was zelfs in zijn diepste lijden niet begrensd.

Dit alles betekent niet dat er geen oordeel is. Integendeel! De hel bestaat. Er is oordeel en er zal recht gedaan worden. Maar hoe dit eruitziet, wat de duur ervan is en of er uiteindelijk toch nog verlossing mogelijk is, blijft voor mij een open vraag. Een veelgehoord tegenargument is dat Jezus dan niet aan het kruis had gehoeven, maar de verzoening die door Jezus is bereikt blijft cruciaal, ook als er na het oordeel, na de straf, uiteindelijk toch nog herstel mogelijk zou zijn. Sterker nog, juist als Gods plan uiteindelijk universele verlossing en genezing omvat, wordt het offer van Jezus misschien nog wel groter.

"Bijna niemand gelooft écht dat een slachtoffer van Auschwitz van de ene hel in de andere ging. Is dat niet al een stilzwijgend universalistisch verlangen?"

Neem bijvoorbeeld een Joodse man die in Auschwitz omkwam, zonder Jezus te hebben aangenomen als zijn Heer. Ging hij dan direct vanuit die hel over naar een nog ergere, oneindige hel? Bijna niemand gelooft dat écht. Dan kun je zeggen dat wij hier niet over gaan. En dat klopt ook. Maar tegelijkertijd erken je dan dat Gods genade groter zou kunnen zijn dan wij ons kunnen voorstellen. Is dat dan niet al een stilzwijgend universalistisch verlangen?

Waar sta ik dan in deze discussie? Dit is voor mij geen eenvoudige theoretische kwestie, maar een worsteling die me al lange tijd bezighoudt. Mijn vragen hierover raken aan mijn geloof, mijn verantwoordelijkheid als ouderling en mijn zoektocht naar Gods waarheid.  Ik noem mezelf dan misschien geen universalist, maar ik heb altijd al moeite gehad met de leer van de eeuwige verwerping. Vooral de passages in de Dordtse Leerregels hierover roepen bij mij vragen op. Dit heb ik ook aangegeven bij de aanvaarding van mijn ambt als ouderling, ik wilde daarover transparant zijn. Mede omdat ik mezelf al veel langer afvraag of Gods genade werkelijk grenzen kent. Misschien ben ik dan meer een ‘hopend universalist’.

"Moeten we niet juist samen zoeken naar de waarheid, naar het hart van God?"

Ik weet niet precies hoe het zit. Maar wat ik wél weet, is dat God liefde is. En als dat zo is, kunnen we dan op grond van de hele(!) Bijbel aannemen dat voor een groot deel van Zijn schepselen er nooit meer een kans op spijt, vergeving en herstel is?

Moeten we als christenen niet juist samen zoeken naar de waarheid, naar het hart van God? Samen met Reinier Sonneveld. Samen ook met bijvoorbeeld David de Vos. In zijn boek Rauw vertelt David openhartig over zijn geloofsstrijd, en teleurstellingen in de evangelische wereld en geeft een eerlijke blik achter de schermen. Hij stelt kritische vragen over geloof en kerk. Ik noem ze samen, omdat zij beiden heel wat over zich heen hebben gekregen na de verschijning van hun boeken. De Christelijke naastenliefde was hier soms ver te zoeken.

Het is nu niet aan ons om te bepalen wie er uiteindelijk gered wordt. Maar zeggen dat de Bijbel volledig duidelijk is over een eeuwige, eindeloze straf, zonder ruimte voor een ander perspectief, is voor mij een brug te ver.

Je kunt tegenwerpen dat het ‘ik kan mij niet voorstellen dat…’ argument zwak is. Daar ben ik het helemaal mee eens. Want dat is mijn argument namelijk niet. Ik wil graag oprecht zoeken naar de stem van de Heer, juist in een gevoelige kwestie als deze.

Zou Gods liefde en genade veel groter kunnen zijn dan wij ons kunnen voorstellen?

Samen in de naam van Jezus
Heffen wij een loflied aan
Want de Geest spreekt alle talen
En doet ons elkaar verstaan

Samen bidden, samen zoeken
Naar het plan van onze Heer
Samen zingen en getuigen
Samen leven tot Zijn eer

Heel de wereld moet het weten
Dat God niet veranderd is
En zijn liefde als een lichtstraal
Doordringt in de duisternis

't Werk van God is niet te keren
Omdat Hij er over waakt
En de Geest doorbreekt de grenzen
Die door mensen zijn gemaakt

Prijs de Heer
De weg is open
Naar de Vader naar elkaar
Jezus Christus, Triomfator
Mijn Verlosser, Middelaar

Vader met geheven handen
Breng ik U mijn dank en eer
't Is Uw Geest die mij doet zeggen
Jezus Christus is de Heer

(Opwekking 167)

P.S. Misschien lees je dit en ben je niet gelovig. Wat ik hierboven bespreek kan je vreemd in de oren klinken. Toch geloof ik dat het evangelie goed nieuws is, juist voor jou. Het betekent namelijk dat God zelf, in Jezus, naar ons is toegekomen om herstel en genade aan te bieden. Je hoeft niet perfect te zijn of alles te begrijpen. Het enige wat nodig is, is dit geschenk aan te nemen. Dat is leven met de Maker van het leven zelf. Het is thuiskomen bij Degene die je heeft gemaakt en liefheeft. Hij geeft je richting, hoop en vrede.

Lees hier mijn tweede blog over dit thema: Hemelse Gerechtigheid: Roeping of uitverkiezing?

powered by social2s