Woest en doods

Woest en doods

Eindelijk. Nu komt er iemand met het bewijs. Wat niemand ooit echt lukte, krijgt de schrijver van deze blog voor elkaar. Het bewijs dat God bestaat!

Pfff. Nu leg ik de lat wel hoog. Hemelhoog. Oké, ik moet het dan toch maar wat nuanceren. Want wat ikzelf als bewijs ervaar, hoeft het voor een ander niet te zijn. En dan komt het toch weer aan op geloof. Jammer hè? Of is er toch meer te zeggen?

Vaak wordt aan het bestaan van God getwijfeld of Zijn bestaan ontkent met de argumentatie van de aanwezigheid van het kwaad. Want als God zou bestaan en goed is, dan zou Hij niet toelaten dat… En vul maar in. Het is best een begrijpelijke gedachte. Want als je als atheïst of agnost zijnde, gelovigen hoort zeggen dat God goed is en je ziet de wereld om je heen dat kun je op z’n minst twijfels krijgen. Kijk op dit moment maar naar alle natuurrampen en de situatie in Afganistan. En misschien heb je in je eigen leven momenteel wel te maken met diepe ellende en verdriet.

Toch ben ik van mening dat het bewijs voor de afwezigheid van God niet te vinden is in de aanwezigheid van het kwaad. Los van wat je gelovigen hoort roepen, of wat de Bijbel over Gods goedheid zegt, is er zoveel meer te zeggen. De Bijbel staat vol met kwaad. Maar is ook vol van een oplossing voor dat kwaad. Niet altijd instant, maar wel gegarandeerd voor de toekomst. Het enige wat ontbreekt is de diepste reden voor de aanwezigheid van het kwaad. Want het in argument dat het kwaad in de wereld gekomen is door de zonde van Adam, ontbreekt wel iets. Als het kwaad toen helemaal niet zou bestaan, had Adam niet kúnnen zondigen. Is God dan indirect verantwoordelijk voor het kwaad? Het is een vraag die je bijna niet durft te stellen in Christelijke kring. Het is als vloeken in de kerk. Toch is dit precies waar het spannend wordt in gesprek met een atheïst of agnost, die het argument van het kwaad gebruikt om God te ontkennen.

Ik ga je het antwoord niet geven. Wegens het simpele feit dat ik dát antwoord niet heb. Het is wat ik noem het mysterie van God. Ik betrap mezelf er regelmatig op dat ik alles wil kunnen begrijpen en verklaren, maar dat gaat niet. Dat zal ik moeten accepteren. God belooft een toekomst op een vernieuwde wereld. Er staat een fusie op het programma tussen de hemel en de aarde, tussen het geestelijke en het fysieke. Maar hoe weet je zeker dat het ook daar niet misgaat? Hier komt het toch weer aan op vertrouwen, op geloof.

In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. (Genesis 1:1, NBV)

Terug naar het Godsbewijs. Als je het mysterie van het kwaad heel even parkeert en met me mee terug gaat naar het allereerste begin, net vóór de oerknal. Veel wetenschappers geloven dat tijd en ruimte er niet was voor de oerknal. Er was letterlijk geen tijd te verliezen, want het bestond niet. Ruimte ook niet. Er was niets. Dat kun je je niet voorstellen toch? Een complete afwezigheid van ál het fysieke.

Voor mij ligt daarachter het bewijs dat God bestaat. Want als er niets fysieks is, moet er om dit te realiseren iets in gang gezet worden. Door iets of iemand die buiten tijd en de ruimte staat. En dus geestelijk is. Het is simpelweg onmogelijk dat er uit het ultieme niets spontaan iets ontstaat.

Maar dan een ander punt. Stel dat je als agnost of atheïst redelijk ver met me mee kunt gaan. Dan heb ik nog geen enkel argument gegeven voor het bestaansbewijs van JAHWEH. De God zoals ik die ken vanuit de Bijbel. Hiervoor moeten we kijken naar Jezus. Bijna niemand ontkent dat hij geleefd heeft. Maar wat hij allemaal zei en deed, daar wordt verschillend over gedacht. Hier komt het juridisch-historisch bewijs principe om de hoek kijken.

Ik neem je weer even mee naar een eerdere blog, van 28 maart 2018, met de titel The Passion en Stephen Hawkin. Wat citaten.

Stel dat er tien mensen in een rechtbank een getuigenverklaring afleggen van een gebeurtenis, waarbij ze het risico lopen zelf ter dood gebracht te worden. Zoiets is er tweeduizend jaar geleden gebeurd. Enkele Evangelieschrijvers doen verslag van woorden en de daden van Jezus en waren bereid Jezus na te volgen tot in de dood. Tien van de elf overgebleven nabije volgelingen zijn ook op gruwelijke wijze ter dood gebracht. Dat heb je niet over voor een leugen, waarvan je diep in je hart weet dat het niet klopt. Behalve… Als je integer bent en écht gelooft, ja, zeker weet wat je rondvertelt en opschrijft.

Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht. (Matteus 11:28-29, NBV)

Het fundament van mijn geloof, mijn zeker weten, is Jezus Christus. Ik geloof wat o.a. Mattheus, Marcus, Lucas, Johannes, maar ook Paulus over hem schreven. De eerste vier waren er zelf bij. Het bewijs voor God en door Jezus ook van specifiek JAHWEH, ligt voor mij  in mijn ongeloof dat er zonder een Goddelijke daad iets uit niets kan ontstaan. 

Dit stuk is deel twee van de tweeluik over schepping en evolutie. Lees hier deel één.